Airconditionerfouten Pionier binnenunit
Airconditioner foutcode Pioneer | Gele diode | Groene diode | Rode diode | Pioneer airconditioner foutdecodering |
E0 | * | De functie van de afvoertemperatuursensor is kapot is | ||
E6 | * | De functie van de condensortemperatuursensor is defect | ||
E6 | * | De functie van de buitenluchttemperatuursensor is defect | ||
E1 | * | De functie van de temperatuursensor in de kamer is kapot | ||
E2 | * | De functie van de verdampertemperatuursensor is kapot | ||
E3 | m | m | m | Ventilator binnenunit kapot |
E 4 | m | * | IPM-systeemfout | |
E5 | m | m | Stroomuitval | |
E8 | * | m | m | Schending van de voedingsspanning |
E9 | m | De compressor werkt niet goed | ||
EA | * | Onjuiste communicatie met de buitenunit | ||
De Europese Unie | m | * | De airconditioner wordt geleverd met een elektrische stroom van onaanvaardbare parameters | |
HAAR | EEPROM-fout | |||
EP | Geen communicatie tussen buiten- en binnenmodules | |||
P0 | Eenheid is verkeerd gestart | |||
Р1 | Ontlading oververhitting | |||
P2 | Verhoogde stroom in het circuit | |||
P3 | Netspanning te hoog | |||
P4 | m | m | * | Geen communicatie met het huidige relais |
P5 | Verdamper oververhit | |||
P6 | Oververhitting van de condensor | |||
P7 | IPM Matrix-bescherming |
*- de diode is aan, m - de diode knippert.
Foutcodes voor Pioneer-airconditioners voor buitenunits
De buitenunit heeft een rode LED, die normaal gesproken als volgt knippert: één keer vanaf de AAN-kant, één keer vanaf de UIT-kant. Als er een storing wordt gedetecteerd, knippert de diode twee keer aan de UIT-kant en drie keer aan de AAN-kant.
Daarna neemt de frequentie van het knipperen toe en komt hun modus overeen met de foutcode van de Pioneer-airconditioner.
Pioneer airconditioner foutcode (aantal knipperende diodes) | Decodering van de airconditionerfout Pionier |
1 | Geen communicatie met de externe temperatuursensor |
2 | Geen communicatie met de condensortemperatuursensor |
3 | Geen communicatie met de perstemperatuursensor |
4 | De stroom in het lichtnet is te hoog |
5 | Netspanning te hoog |
7 | Geen communicatie met binnenunit |
9 | Het apparaat is niet correct opgestart |
12 | Netspanning overschreden |
13 | IPM-kaart bescherming |
16 | Te hoge compressortemperatuur |
17 | Afvoertemperatuur is te hoog |
18 | Condensortemperatuur te hoog |
19 | Falen van de IPM-kaart |
20 | Communicatiefout binnen en buiten |
22 | ontdooien |